Levensloop van Pieter van der Linden.


Petrus of wel Pieter werd geboren in 1779 in Horssen als zesde kind van Joannes van der Linden en Johanna Velt. Hij is gedoopt op 30-09-1779 in Horssen. Van zijn jeugd is (nog) niets bekend. Hij trouwde op 7 mei 1806 te Horssen met Maria van de Vliervoet uit Puiflijk, Zij was een dochter van Cornelus van de Vliervoet en Maria van den Bogaart en het jongste kind uit een gezin van elf kinderen.

Samen kregen zij drie kinderen, een jongen Theodorus (1806), een meisje Johanna of Jetha (1810) en weer een jongen Cornelis (1813).

Wat we verder weten komt uit de diverse geboorte-, trouw- of overlijdensakten waarbij Pieter betrokken was, uit het gemeentearchief van Horssen of uit informatie uit het boek “De gemeentegeschiedenis van Horssen 1811-1984” van Johan van Os.

Pieter was van beroep journalier ofwel daglooner. Het bestaan was hard en werk en eten zal er niet altijd geweest zijn. Uit gemeentebesluiten is bekend, dat Pieter al in 1812 eigenaar was van een varken, dat samen met het varken van W. Janssen op het gedeelte Breedstraat in Horssen achter J. van de Geijn mocht weiden. Ja, het was de openbare weg en dus vergaderde de gemeente(raad) erover en verleende ´vergunning`.

De werkzaamheden waren veelal werk op het land en soms in de tabaksteelt, waarvoor bepaalde gebieden in het Land van Maas en Waal zeer geschikt waren. Om behoud van macht, land en goederen te behouden hadden de overheidsdienaren en de landeigenaren vaak alleen oog voor hun eigen zaken, en weinig interesse in de minderbedeelden.

Pieter en Maria waren in 1818 met Jan Velt en Gosewina Konings de buren van ene Gerrit en Isabella. Gerrit bewandelde niet altijd het rechte pad. Na het verlies van hun dochtertje Elisabeth van vijf weken bleef Isabella met drie kleine kinderen achter, terwijl Gerrit weer eens vastzat. Isabella Brabander overleed in het Horssense bos op 28 april 1818. De zorg voor de kinderen overdragen aan de buurvrouwen was voor het gemeentebestuur wel een mogelijkheid. Dit zou wel extra geld kosten, want zij waren beiden ziekelijk, en hun mannen zaten in de winterdag als boerenknechten zonder werk. Wat de oplossing van de gemeente is geweest is niet geheel duidelijk

Maria overleed in 1819 te Horssen, toen de kinderen allen jonger dan 14 jaar waren. Pieter moest er vervolgens alleen voor zorgen.

De bevolkingsregisters van Horssen (de lijst van ingezetenen) vermelden dat Pieter op 15-01-1836 met zijn kinderen Theodorus, Cornelis en Jetha woonden in huis nr 3a. Waarschijnlijk is zoon Theodorus in 1844 daar overleden. Later woonden zij in huis nr 57 met schoondochter Theodora Tromp, terwijl haar aanstaande man Cornelis dienstknecht was in huis nr 99 bij Coenraad Hiebendaal, de deurwaarder. Of de verschillende huisnummers ook in werkelijkheid steeds andere huizen zijn, is niet bekend.

Het huis De Emmeling aan de Mekkersteeg werd in 1826 door de gemeente Horssen aangekocht en als tolhuis verbouwd. Wie er eerst als tolgaarder zijn intrek heeft genomen is niet duidelijk, maar Pieter volgde in 1835 Coenraad Plasberg als tolgaarder op Hij deed dit werk tot in de loop van de jaren ´50.

In zijn laatste jaren woonde Pieter bij zijn zoon Cornelis en zijn gezin in huis nr 20. Pieter overleed op 26 mei 1853 te Horssen op 73 jarige leeftijd.

naar overz. personen