Huwelijksakte van Gijsbertus van der Linden en Catharina Bruijst.

Het jaar achttien honderd en vier en dertig, den achttienden April ten vier ure des namiddags zijn voor ons Burgemeester Ambtenaar van den Burgerlijken Staat van de Gemeente Ewijk Provincie Gelderland, en in tegenwoordigheid
1. van Jan Arts arbeider, oud negen en vijftig jaren, wonende te Winssen Provincie Gelderland, die gezegd heeft te zijn neef van den Bruidegom;
2. van Johannes de Waal arbeider, oud twee en twintig jaren, wonende te Winssen Provincie Gelderland, die gezegd heeft te zijn neef van den Bruidegom;
3. van Hendrikus van Breden smit , oud zes en veertig jaren, wonende te Winssen Provincie Gelderland, die gezegd heeft te zijn buurman der Bruid;
4. van Cornelis Daniels arbeider, oud een en dertig jaren, wonende te Winssen Provincie Gelderland, die gezegd heeft te zijn neef der Bruid
verschenen om eene Huwelijks-verbintenis aan te gaan: ter eenre

Gijsbertus van der Linden kleermaker weduwnaar van Hendrika de Raad oud twee en vijftig jaren, wonende te Appeltern, Provincie Gelderland
en ter andere zijde Catharina Bruijst arbeidster weduwe van Derk Arts oud vijf en dertig jaren, wonende te Winssen, Provincie Gelderland

na alvorens, ingevolge de wet, te hebben opgelezen
1. de Akte van geboorte van den Bruidegom, in dato den tweeden April ιιn duizend acht honderd vier en dertig waaruit blijkt, dat hij gedoopt is den zes en twintigsten September ιιn duizend zeven honderd een en tachtig te Horssen Provincie Gelderland, zoon van Joannes van der Linden en van Joanna Velt, beiden overleden.
2. de Akte van geboorte van de Bruid, in dato den vierden April ιιn duizend acht honderd vier en dertig waaruit blijkt dat zij gedoopt is den negenden Februari ιιn duizend zeven honderd negen en negentig te Winssen, Provincie Gelderland, dochter van Joannes Bruijst en van Joanna Gijsberts beiden overleden
3. de Akten van Huwelijks-afkondigingen tusschen de aanstaande Echtgenooten gedaan voor het Gemeente-Huis te Ewijk en Appeltern de eerste den zevenden April achttien honderd vier en dertig de tweede den dertienden daaropvolgenden achttien honderd vier en dertig acht dagen na elkander, ingevolge de wet;
4. Gezien het besluit van den Heer Staatsraad Gouverneur der Provincie Gelderland dd 12 Januari 1825 , no 296 , geint….d in het Provinciaal blad A 5 van dat jaar, kendende, vermits van bruidegom voor het jaar 1793 is geboren, ontheven is, een certificaat van deelname aan Nationale Militie over te leggen.
5. gezien het dood extract van Hendrika de Raad in leven echtgenote van den bruidegom ten ….; afgegeven door den Heer Burgemeester van Appeltern van 5 April 1834 waaruit blijkt dat zij aldaar is overleden den 5de December 1829.
6. Gezien het dood extract van Jan van der Linden vader van den bruidegom afgegeven door den Burgemeester der Heerlijkheid Horssen den 2 April 1834 waaruit blijkt dat hij aldaar is overleden den 13 Februari 1816
7. gezien het dood extract van Johanna Velt moeder van de bruidegom afgegeven door de Burgemeester van Dreumel van 2 April 1834; waaruit blijkt dat zij ……. is overleden den 16 December 1824.
8. Gezien het doodextract van Derk Arts in leven echtgenoot van de bruid ten … afgegeven door den Burgemeester van Ewijk, te ……… den 4 April 1834, waaruit blijkt dat hij te……. is overleden den 14 September 1832
9. gezien het dood extract van Jan Bruijsten vader van de bruid afgegeven door de burgemeester van …………….. waaruit blijkt dat hij te ………….. is overleden den 5 Junij 1814.
10. Gezien het doodextract van Joanna Gijsberts, weduwe van wijlen Jan Bruijst voornoemd …. ingelijks door den Burgemeester voornoemd op dato voor ……….. afgegeven, waaruit blijkt dat zij te ……. is overleden den 3 April 1823.
11. Aangezien den bruidegom en bruid beiden den vollen ouderdom van dertig jaren hebben bereikt, is het overbodig de bewijzen wegens ’t overlijden van de ….vergoot ouders alhier bij over te leggen.
12. Gezien……… verklaring van de Burgemeester van Appeltern dato 7 April 1834, waaruit blijkt dat …. tegen de huwelijksafkondigingen geen oppositie voorgekomen
13. Gezien de verklaring van den Burgemeester van Appeltern, in dato 8 April 1834 en … van den Burgemeester van Ewijk van den te daaropvolgende, uit welke stukken blijkt dat de bruidegom en bruid beiden er van uitgaan zijnde de kosten voor hun … zegel …………. te hebben of bewijzen te …………………

En eindelijk lektuur gegeven zijnde van het zesde Hoofdstuk van het Burgerlijk Wetboek, geintituleerd: van de Huwelijken, hebben wij aan den Bruidegom en Bruid afgevraagd of Zijl. elkander tot Echtgenooten wilden nemen, en elk van hen zulks afzonderlijk met ja beantwoord hebbende , hebben wij Burgemeester voornoemd, in naam van de wet verklaard, dat Gijsbertus van der Linden en Catharina Bruijst door den echt zijn vereenigd.

Van al hetwelk wij de tegenwoordige Huwelijks-Akte hebben opgemaakt, en na dat dezelve voor de tegenwoordig zijnde partijen is voorgelezen, hebben zij … met ons getekend, uitgenomen de bruid, welke heeft verklaard niet te kunnen schrijven of tekenen.

Aldus gedaan en beteekend te …. ten dage als voren.

De Burgemeester voornoemd
G v d Linden
……………. J Arts
J de Waal
H v Breden
Cornelus Daniels

naar overzicht aktes